SV | En tien vorsten met hem, van ieder vaderlijk huis een vorst, uit al de stammen van Israel; en zij waren een ieder een hoofd van het huis hunner vaderen over de duizenden van Israel. |
WLC | וַעֲשָׂרָ֤ה נְשִׂאִים֙ עִמֹּ֔ו נָשִׂ֨יא אֶחָ֜ד נָשִׂ֤יא אֶחָד֙ לְבֵ֣ית אָ֔ב לְכֹ֖ל מַטֹּ֣ות יִשְׂרָאֵ֑ל וְאִ֨ישׁ רֹ֧אשׁ בֵּית־אֲבֹותָ֛ם הֵ֖מָּה לְאַלְפֵ֥י יִשְׂרָאֵֽל׃ |
Trans. | wa‘ăśārâ nəśi’îm ‘immwō nāśî’ ’eḥāḏ nāśî’ ’eḥāḏ ləḇêṯ ’āḇ ləḵōl maṭṭwōṯ yiśərā’ēl wə’îš rō’š bêṯ-’ăḇwōṯām hēmmâ lə’aləfê yiśərā’ēl: |
En tien vorsten met hem, van ieder vaderlijk huis een vorst, uit al de stammen van Israel; en zij waren een ieder een hoofd van het huis hunner vaderen over de duizenden van Israel.
Zie hier voor een verklaring van de gebruikte coderingen.
Zie hier over het gebruik van de interlineair.
|
En tien vorsten met hem, van ieder vaderlijk huis een vorst, uit al de stammen van Israel; en zij waren een ieder een hoofd van het huis hunner vaderen over de duizenden van Israel.
Zie de huisregels welk commentaar wordt opgenomen!